Alle oefeningen worden per les gedifferentieerd en op drie niveaus aangeboden. Zo krijgt elke leerling voldoende inoefenkansen om de leerstof op zijn of haar niveau te beheersen. Dit zorgt voor voldoende verdieping en automatisatie.
- Bolletje = aanloop
Deze oefening zet je in bij een verlengde instructie bij leerlingen voor wie de voorkennis aangescherpt moet worden. - Vierkantje = kern
Begrijpen je leerlingen de instructie, dan kunnen ze aan de slag met de kernoefeningen. Als deze correct gemaakt zijn, is de leerstof beheerst. - Driehoekje = uitdaging
De leerlingen die de kernoefeningen sneller afmaken of een uitdaging kunnen gebruiken, maken ook de uitdagingsoefeningen.
In de handleiding krijg je heel wat differentiatietips om bv. sterkere leerlingen sneller zelfstandig aan het werk te laten gaan, een creatieve opdracht te laten uitwerken ... Er worden ook andere werkvormen voorgesteld voor sterkere of net minder sterke leerlingen.
Artikelen in deze sectie
- Digitale oefeningen De Wiskanjers - IJsbergversie 5de leerjaar
- Kan ik gratis lesmateriaal uittesten in de klas?
- Hoe is De Wiskanjers - IJsbergversie opgebouwd?
- Hoeveel lesuren wiskunde worden er voorzien in De Wiskanjers - IJsbergversie?
- Heeft De Wiskanjers - IJsbergversie een handleiding?
- Kan ik bij De Wiskanjers - IJsbergversie differentiëren tijdens de les?
- Is er in De Wiskanjers - IJsbergversie voldoende aandacht voor automatisatie?
- Zijn er in De Wiskanjers - IJsbergversie voldoende herhalingsmogelijkheden?
- Hoe weet ik in welke laag van de ijsberg ik werk?
- Is er in De Wiskanjers - IJsbergversie voldoende aandacht voor handelend rekenen?