We zien uitspraak en spelling niet als een apart onderdeel, maar verweven logopedische oefeningen in de flow van het hoofdstuk zelf.
We werken hiervoor enkel met de woordenschat die aan bod komt in dat hoofdstuk. Cursisten worden op deze manier niet afgeleid door onbekende woorden.
De eerste logopedische oefening, op het einde van de receptieve fase, focust op klankherkenning. De tweede logopedische oefening, vlak voor de productieve fase, legt de nadruk op het correct uitspreken van de woorden, het woord- en zinsaccent, de intonatie en het connecteren van de woorden.
Ook de spellingsregel wordt vanaf 1.1 goed opgebouwd. Vanaf 1.2, wanneer er een opsplitsing komt tussen mondeling en schriftelijk, zorgen korte dicteetjes met woorden uit het hoofdstuk voor een extra spellingsfocus.
Artikelen in deze sectie
- INHOUD - Hoe kan DURF! ingezet worden in de verkorte trajecten of trajecten voor hooggeschoolden?
- INHOUD - Hoe worden uitspraak en spelling aangebracht in DURF!?
- INHOUD - Hoe maakt DURF! een vlotte overgang van RG1 naar RG2? Wat zijn de grote inhoudelijke verschillen?
- INHOUD - Hoe wordt woordenschatverwerving aangepakt binnen DURF!?
- INHOUD - Wat is de specifieke aanpak voor verlengde trajecten?
- INHOUD - Is DURF! ook geschikt voor @home-trajecten?
- INHOUD - Hoe zetten we vanaf richtgraad 1 in op luistervaardigheid?
- INHOUD - Hoe stimuleren we spreekvaardigheid?
- INHOUD - Hoe kunnen de cursisten zelfstandig aan de slag?
- INHOUD - Wat is het evaluatie-aanbod?